De wereld ontdekken door kinderogen

Om te beginnen…
Na de eerste verjaardag van je kind, is hij een dreumes en wordt hij steeds minder afhankelijk van jouw constante zorg. Hij gaat steeds beter lopen en gaat zelf op onderzoek uit. De drang tot ontdekken zal het steeds vaker winnen van zijn behoefte om bij papa en mama te zijn en in de buurt te blijven. Vanaf ongeveer anderhalf jaar wordt je kind peuter. Je kind ervaart dat hij of zij een eigen persoon is en ontwikkelt een eigen wil. Voor jou als ouder breekt er een nieuwe, boeiende periode aan! Het omgaan met je kind komt steeds meer in het teken te staan van opvoeding naast de verzorging.

 

 

 

 

Middelpunt van de wereld
Een peuter is heel trots op zichzelf en denkt dat de wereld om hem draait. Het hoort bij de normale ontwikkeling dat een peuter verwacht dat alle aandacht op hem gericht is. Hij eist alle aandacht op, van iedereen, en overal. Een peuter kan er niet goed tegen wanneer u met andere dingen bezig bent. Hij gaat op allerlei manieren aandacht trekken en begrijpt niet dat ouders ook nog andere dingen te doen hebben dan constant met hem bezig zijn. Je peuter kan erg kwaad worden wanneer je hem geen aandacht geeft.

 

Verstandelijke ontwikkeling
In het tweede levensjaar leert je kind dat hij zelf iets teweeg brengt. Dit is een stap in de richting van geloof in eigen kunnen. Je dreumes kan kleine opdrachtjes uitvoeren en geniet van complimentjes. Dit is ook belangrijk voor later op school.
Op deze leeftijd gebruikt hij de dingen zoals ze bedoeld zijn; haarborstel voor je haar, een bal om te rollen en tegenaan te schoppen en met een auto doe je rijdspelletjes.

 

Een peuter kan nog niet zo goed denken en denkt op een ‘peutermanier’. Herinneringen, fantasie en werkelijkheid lopen door elkaar heen; er is sprake van magisch denken. In deze fase gelooft je peuter dat wat hij denkt ook echt gebeurt. Soms kan dat je peuter bang maken en is voor ouders de oorzaak van de angst moeilijk te achterhalen. Neem in ieder geval de angst wél serieus! Probeer er over te praten.
Als je peuter leert angsten de baas te zijn, heeft hij daar zijn hele leven wat aan.

 

 

 

Motorische ontwikkeling
Leren lopen en praten zijn twee grote en belangrijke ontwikkelingen. Daarna leert je kind een bal weg schoppen, springen, rennen en een bal gooien. Alle kinderen hebben hun eigen tempo waarin zij zich ontwikkelen.
Vanaf de eerste verjaardag gaat het hoofd van een kind in verhouding tot het lichaam kleiner lijken en begint er iets van een hals te ontstaan. De armen en benen groeien nu veel sneller dan de romp. Baby vet verdwijnt. Vanaf anderhalf jaar kun je zien dat de ontwikkeling van de fijne bewegingen een spurt neemt. Nu hij het lopen onder de knie heeft gaat hij zich meer richten op details. Zo zal hij willen leren drinken uit een beker en deze met twee handjes vastpakken. Hij gaat leren eten met een lepel en deze zelf naar zijn mond brengen. Draaien is een moeilijke beweging om te leren. Je kind leert dit door bladzijden in een boek om te slaan en dat gaat steeds gemakkelijker.

 

Zintuigen
Je peuter zal nog weinig oog hebben voor details, kan zich richten op één ding/detail. Geluiden kunnen op hem afkomen als een onherkenbare massa. Op sommige momenten kan hem dit bang maken. Je kind gaat eetbare-en niet-eetbare (bijvoorbeeld zand) dingen proeven.

 

Taalontwikkeling
Wanneer ouders tevreden en enthousiast reageren op de eerste woordjes van hun kind, spoort dit het kind aan om nog meer dingen te zeggen of te herhalen. Na mama en papa zullen eerste woorden vooral namen van dieren en klanken zijn zoals dada en tuut tuut. Na de leeftijd van achttien maanden kunnen sommige peuters al kleine zinnetjes zeggen. Peuters gaan ook meer en meer begrijpen wat er tegen hen wordt gezegd. Je merkt dit als ouder doordat je op vragen antwoord of een aansluitende reactie krijgt. Bijvoorbeeld een peuter die opstaat om een boekje te halen als de ouder daar om vraagt.

 

Ook in de taalontwikkeling zijn veel onderlinge verschillen tussen kinderen. Deze verschillen zijn heel normaal. Als ouder mag je je wel zorgen maken wanneer je peuter van 2 nog helemaal niets zegt. Soms komt dit doordat een kind niet goed hoort. Neem in zo’n geval contact op met uw huisarts.

 

Ouders kunnen het goede voorbeeld geven, kinderen nemen de taal van hun ouders over. Peuters leren door middel van imitatie. De peuter begrijpt nog niet alles wat hij nazegt, het gaat om het nazeggen op zich.

 

 

 

Hechtingsproces
In het algemeen verloop het hechtingsproces van een kind in fasen:

 

  1. Eerste drie maanden: signalen die een baby uitzend zijn nog niet gericht op één iemand, je baby voelt zich één met zijn omgeving en maakt nog geen onderscheid tussen personen;
  2. Drie – zes maanden: er ontstaat een begin van herkenning, de baby leert onderscheid maken in stemmen en gezichten. De meest lieve lachjes zijn voor zijn vaste verzorgers;
  3. Vanaf ongeveer zes maanden: periode van nabijheid zoeken en scheidingsangst. Van groot belang in deze periode is dat je baby leert dat je weer terugkomt als je even weg bent geweest (bijvoorbeeld middels kiekeboe-spelletjes).
  4. Ongeveer anderhalf jaar tot drie jaar: losmaken tot zelfstandigheid. Je kind heeft een innerlijk beeld gevormd van zijn ouders en heeft geleerd dat de ouder ook buiten het gezichtsveld blijft bestaan. Je kind gaat ontdekken dat hij zelf ook iemand is, los van zijn ouders. Hij gaat ervaren dat hij zelf iemand anders is dan zijn vader of moeder. Hij wordt zelfstandig en geniet van de vrijheid die het loslaten oplevert.
  5. Ongeveer drie tot zes jaar: laatste fase van het hechtingsproces. Je kind leert dat hij zelf actief kan ingrijpen, dat hij creatief kan zijn en de wereld naar zijn hand kan zetten. Hij kan voor zichzelf opkomen.

 

Kenmerkend voor peuters is dat ze alles zelf willen doen. Ze denken ook dat ze alles zelf kunnen! Aan de andere kant is er ook de behoefte aan vertrouwen, veiligheid en regelmaat. Hoe lastig het voor ouders ook is, het is eigenlijk heel dapper van een peuter dat hij tegen de grote mensen in opstand komt. Maar ’s avonds verdwijnt dat dappere gevoel. Dan kunnen er gedachten komen als… Wat gebeurt er als papa en mama boos op mij zijn en helemaal verdwijnen? Bang zijn om alleen gelaten te worden is rond het vierde jaar het sterkst en wordt daarna langzaam minder.

 

Koppig
Peuters willen zelf ontdekken en zelf doen. Maar soms willen ze iets doen wat niet mag of wat ze nog niet kunnen. Een peuter kan zich dan heel kwaad maken. Het is belangrijk dat je peuter de kans krijgt te vertellen wat hij wil of niet wil. Dit betekent niet dat hij zijn zin hoeft te krijgen, als ouder bepaal je zelf wat wel/niet gebeurt in huis.

 

Koppig zijn is een normale stap in de ontwikkeling van uw kind. Het heeft te maken met het zich losmaken van ouders. Een koppige peuter heeft hierbij niet de bedoeling om zijn ouders te pesten of dwars te zitten. Het betekent ook niet dat hij zijn ouders niet meer graag ziet of niet meer nodig heeft. Integendeel! Je peuter gebruikt de ouder als proefkonijn, juist omdat hij zich bij zijn ouders veilig voelt. Probeer deze koppigheid dus niet te zien als strijd. Probeer je peuter te zien, te helpen en geef grenzen aan in zijn ontdekkingstocht.

 

 

 

Driftig
Peuters hebben weinig geduld. Als iets niet meteen lukt, of niet meteen mag, wordt hij dikwijls erg boos. Peuters kunnen deze boosheid nog niet onder controle houden. Een peuter wordt overspoeld door een boze bui en kan dit moeilijk zelf stoppen. Dit lijkt voor ouders vaak een overdreven reactie, maar de peuter kan er niet meteen iets aan doen en doet het niet met opzet. Ouders kunnen deze lichaamstaal wel met woorden vertalen voor hun kind. Zo wordt het kind geholpen gevoelens te verwoorden. Belangrijk voor ouders: blijf rustig en word niet boos op uw peuter. Boos reageren op een woede bui maakt het alleen maar erger. Geef ook hierin als ouder het voorbeeld!

 

Zindelijk worden
Sommige kinderen zijn zindelijk als ze 2 jaar zijn, andere kinderen dragen nog een luier op 4-jarige leeftijd. Kinderen worden gemiddeld tussen hun tweede en vierde levensjaar zindelijk. Doorgaans zijn kinderen zindelijk wanneer zij naar de basisschool gaan. Ouders kunnen kinderen niet zindelijk maken, ze kunnen hun kind wel helpen zindelijk te worden. Wacht tot uw kind er zelf klaar voor is. Als bijvoorbeeld de luier langere tijd droog is, kan dit een teken zijn dat u kunt starten met een zindelijkheidstraining. Ook hierin kunt u als ouder uw kind voorbeeld geven: neem hem mee naar toilet en/of zet hem naast u op het potje. Gebruik geen dwang, want dat werkt averechts. Heb geduld en beloon je peuter uitgebreid, door veel complimenten te geven als het goed gaat.
Een kind dat overdag droog is, kan ’s nachts toch nog een luier nodig hebben. Tot de leeftijd van 7 jaar is dat niet abnormaal. Meestal wordt een kind ook ’s nachts vanzelf droog. U kan de luier weglaten als uw kind 5 van de 7 dagen ’s morgens een droge luier heeft.

 

 

 

Slapen
Als je kind rond twee jaar is komt er vaak opeens een moment dat hij niet meer naar bed wil. Het feit dat je peuter in deze periode zijn eigen willetje ontdekt maakt het er niet gemakkelijker op. Hij gaat hier ook mee experimenteren als hij naar bed moet. Je kunt als ouder je kind niet dwingen te gaan slapen, wel bepalen wanneer hij naar bed gaat en dat hij daar in moet blijven: wakker liggen mag best, er uit komen niet! Verder kan je peuter last hebben van angsten (krokodillen onder het bed), kan scheidingsangst meespelen, krijgt je peuter mogelijk nog wat (pijnlijke) kiezen, wordt hij ’s nachts wel eens wakker, komt hij uit bed of roept steeds om een glaasje water… Kortom het slapen van peuters kan een veelbewogen beeld opleveren. Het helpt om te werken met een bed ritueel. Hou een vast ritueel aan en breng geen nieuwe impulsen aan. Een vast knuffeltje mee geven, voor rust en regelmaat te zorgen gedurende de dag, consequent en voorspelbaar om gaan met uw regels en grenzen. Zo weet uw kind wat hij van u kan verwachten en wat u niet doet.

 

Samen spelen
Dreumesen en peuters vinden het heerlijk om samen met papa en mama te spelen. Je hoeft niet de hele dag met je kind bezig te zijn, maar reserveer vaste momenten om samen te spelen. Andere momenten leer je je kind zelf bezig te zijn. Door regelmatig iets samen te doen ontstaat er een evenwicht tussen beide. Imitatiespelletjes en meehelpen zijn favoriete bezigheden op deze leeftijd. Hij helpt graag mee en doet alles na wat papa of mama doet.

 

Dreumesen en peuters zijn zeer geïnteresseerd in andere kinderen. Ze spelen naast elkaar, maar kijken wel naar elkaar. Samen spelen met andere kinderen van dezelfde leeftijd is nog moeilijk. Je kind is nog erg op zichzelf gericht en vindt het moeilijk een ander kind met zijn speelgoed te zien spelen. Op deze leeftijd zijn ze nog niet in staat rekening te houden met elkaar of een plotseling opkomende behoefte uit te stellen.


De training:
Kinderen kunnen verrassend vaak goed begrijpen waarom iets wel kan en vervolgens deze grens accepteren. Het daagt u uit om u te verplaatsen in uw (gast)kind en uw eigen emoties en gevoelens. We kijken samen naar dit gedrag van het kind en door gebruik te maken van opvoedkundige tips en tools merkt u dat het soms eenvoudiger kan dan het lijkt.

 

Interesse?

Heeft u interesse? Dan kunt u contact opnemen met GOB Bumblebee.

 

Op dit moment zijn er geen nieuwe bijeenkomsten bekend.

De training zal doorgang vinden bij een minimale deelname van 10 deelnemers.

Indien er te weinig aanmeldingen zijn, wordt u hiervan z.s.m. op de hoogte gesteld.

De maximale groepsgrootte is 12. Zijn er teveel aanmeldingen? Dan wordt er later nogmaals een training gepland.

 

Mocht u vragen hebben, dan kunt u een e-mail sturen naar: info@gastouderbureau-bumblebee.nl